Gouden Rots en Bangkok

Tussen twee dagen Yangon nog naar de Gouden Rots geweest, ongeveer 200 km verderop. Chauffeur Bozo stopte halverwege bij Bago, een voormalige hoofdstad van Birma met opnieuw onwaarschijnlijk veel tempels en boeddha's. Daarna door naar een hotel bij de Gouden Rots, waar we de volgende ochtend vroeg opstonden om de tocht naar boven te maken. Voor die tocht zijn er twee opties: optie A is naar boven  lopen, zo'n 6 tot 7 uur in de brandende zon, dus dat leek ons niet aantrekkelijk. Optie B is met het openbaar vervoer naar boven, dat klonk al veel beter. Totdat we erachter kwamen wat het openbaar vervoer inhield; een grote hal vol trucks, waarvan de laadbakken geschikt voor menselijk transport waren gemaakt door er uiterst smalle bankjes in te zetten en ze vervolgens vol te proppen met 42 passagiers, niet meer en niet minder. De trucks vertrokken pas als ze helemaal vol waren. Voor de Birmezen was er genoeg ruimte, maar voor ons grote Westerlingen zat je met je knieen klem tegen de bank (of Birmees) voor je. Zit niet echt lekker, kunnen we je vertellen. Tijdens de rit naar boven via naar ons gevoel minstens 50 haarspeldbochten hield iedereen zich aan elkaar vast om te voorkomen dat je eruit viel; geeft wel een gevoel van saamhorigheid. We waren weer de enige toeristen, zoals zo vaak in Birma.

Boven aangekomen is de Gouden Rots wel bijzonder, maar ook weer een voorbeeld van Birmees boeddhisme, een combinatie van diepgemeende religieuze uitingen en platte commercie. Het leek soms de boulevard van Scheveningen wel. Naar beneden ging een stuk sneller maar vergde ook andere overlevingstechnieken; je moest nu je knieen gebruiken om je schrap te zetten en ervoor te zorgen dat je op je plaats bleef. Opnieuw een bijzondere en vooral achteraf leuke ervaring.

Na een korte vlucht van ruim een uur zijn we afgelopen maandag (29 april) aangekomen in Bangkok. Al na een kwartier in deze stad zagen we allerlei verschillen tussen Thailand en Birma: waren we in Birma meestal de enige toeristen, hier kom je ze overal tegen. In de Lonely Planet staat dat Birma ongeveer 300.000 toeristen per jaar ontvangt, terwijl het aantal in Thailand geschat wordt op 14 miljoen! Ook ziet het er hier veel schoner uit. In Birma kom je nauwelijks een prullenbak tegen (behalve in het hotel) en alles wordt er op straat gegooid. Vooral de bergen plastic vonden we er verontrustend uitzien. Nog een paar jaar en het Inle Meer en de tempels van Bagan zijn bedekt met plastic. Lijkt ons niet goed voor de bevolking en de natuur en toeristen zullen er ook niet blij van worden.

Van de troonswisseling hebben we ook hier iets meegekregen. Op BBC werd zeker 10 minuten aandacht besteed aan deze gebeurtenis. Toch bijzonder om dit te zien vanuit onze hotelkamer. En, behalve een aantal Nederlandse toeristen in een oranje t-shirt, hebben we er verder niets over gelezen of gehoord. Wat wij overigens niet heel erg vonden. Ook ander nieuws bereikt ons maar mondjesmaat omdat we hier geen krant lezen (Nederlandse kranten zijn er niet). Misschien missen we veel, maar het geeft ook meer rust.

In Bangkok is het ook erg warm en zonnig. Gisteren het Grote Paleis en de Wat Phrakaew (tempel) bezocht. Een dag eerder mochten we er niet naar binnen omdat we niet de juiste kleding droegen. Je kunt wel een lange rok en/of blouse lenen, maar daarvoor moet je eerst in een lange rij staan en daar hadden we geen zin in. Indrukwekkend zo'n paleis: heel veel goud en glitter (en ontzettend veel toeristen).

Morgen gaan we naar een nationaal park: Khao Yai. Nu zonder vooraf geregeld vervoer of chauffeur. We hebben al uitgezocht hoe we er kunnen komen (taxi, bus en we worden opgehaald door het hotel). Het is wel even wennen, want onze reis door Birma was goed geregeld, maar dit is wel wat avontuurlijker.